Je hond is geen pup meer, je hebt hem of haar bijna alle trucjes geleerd die je kent en weet eigenlijk niet zo goed hoe je je hond nog bezig moet houden. Wat doe je in zo’n situatie? Een van de dingen waar je dan aan zou kunnen denken, is hondensport. Er zijn veel verschillende takken in de hondensport, zoals Flyball, Agility, Doggy Dance en de Apporteersport.  Veel baasjes doen met hun hond aan Agility in de vrije tijd. Maar wat houdt Agility eigenlijk in, voor wie is het geschikt en wat zijn de voor- en nadelen van Agility?

 

 

Wat is Agility?
Agility is, zoals hierboven ook al verteld, een van de takken van de hondensport. Het wordt in Nederland ook wel behendigheid genoemd. Dit past goed bij de opzet van de sport. Het is bij Agility namelijk de bedoeling dat de hond zo behendig en snel mogelijk een parcours aflegt. De hond wordt hierbij begeleid door zijn baasje, want een hond alleen weet natuurlijk nooit welke hindernissen hij moet pakken. De parcoursen die afgelegd worden bestaan uit een aantal verschillende toestellen, die vaak in een vaste volgorde staan. Deze volgorde kan per parcours verschillen. De hond die het parcours met het minst mogelijk aantal fouten aflegt, in de snelste tijd, is de winnaar.
De toestellen
Er zijn verschillende soorten toestellen die gebruikt worden bij Agility. Deze moeten allemaal op een andere manier uitgevoerd worden. Om een beetje duidelijkheid te geven zijn de toestellen hieronder kort samengevat.
De hoogtesprong Een hoogtesprong bestaat uit 2 staanders met een latje ertussen. De bedoeling is dat de hond over het latje heen springt, zonder deze eraf te gooien.
De breedtesprong In tegenstelling tot de hoogtesprong, is het bij de breedtesprong de bedoeling dat de hond zo ver mogelijk springt. Er staan een aantal planken achter elkaar waar de hond overheen moet springen zonder de planken aan te raken.
De tunnel Een tunnel is een langwerpige buis van stof, kunststof op plastic die in verschillende vormen gelegd kan worden. De bedoeling is dat de hond er in het ene gat in gaat en er vervolgens in het andere gat eruit komt.
De slurf De slurf is een variatie op de tunnel, het enige verschil is dat de slurf aan een kant bestaat uit een zeil dat de hond omhoog moet tillen voordat hij eruit kan komen.
De band De band bestaat uit een frame waartussen een redding band gespannen. De bedoeling is dat de hond door de band heen springt.
De kattenloop (brug) De kattenloop bestaat uit 3 planken; 2 schuine planken (de op- en afloop) en een hoog-liggende plank (een vlak gedeelte). De bedoeling is dat de hond aan de ene kant van de plank er schuin oploopt, over het hoge deel gaat en er aan de andere kant weer netjes af loopt. Belangrijk bij dit toestel is, is dat beide raakvlakken (het begin van de oploop en het eind van de afloop) geraakt moeten worden, dit zorgt ervoor dat de honden niet aanleren te hoog van de plank af te springen.
De A-schutting De A-schutting bestaat uit 2 schuine vlakken die recht tegen elkaar staan, waardoor de vorm van dit toestel op een A lijkt. De bedoeling is dat de hond over de schutting heen klimt. Ook hier moeten beide raakvlakken geraakt worden.
De slalom (paaltjes) Een slalom bestaat uit 12 paaltjes, die ongeveer 60 centimeter uit elkaar staan. De hond moet tussen deze paaltjes door slalommen, erdoorheen zigzaggen. Dit is het onderdeel waarbij de hond het flexibelst moet zijn, omdat de hond zich snel moet kunnen wenden.
De wip De wip is te vergelijken met hoe wij hem kennen; De hond moet er aan de ene kant op lopen, wanneer hij ver genoeg over het midden van de plank is kantelt de wip, waarna de hond er aan de andere kant af kan lopen. Dit is het enige bewegende toestel bij Agility. Ook dit toestel heeft raakvlakken.


Voor welke honden en baasjes is Agility geschikt?
Over het algemeen is Agility voor iedere hond geschikt. Een belangrijke eis voor het aanleren van behendigheid is wel dat de hond goed luistert. Uiteindelijk is het namelijk de bedoeling dat de hond de onderdelen allemaal los achter elkaar neemt. Wanneer een hond de hele tijd wegloopt, kan de baas ook geen plezier beleven aan het spelletje, en dat zou jammer zijn. En er is nog iets waar je op moet letten als je overweegt om Agility te gaan doen. Als je kijkt naar de toestellen, begrijp je waarschijnlijk dat hele grote hondenrassen zoals een Cane Corso, niet erg geschikt zijn voor Agility. Stel je voor dat zo’n grote hond door de tunnel moet, of over een schutting heen moet klimmen. Dat is niet goed voor de hond. Ook moet er rekening worden gehouden met de kans op HD, een ziekte aan de heupen van de hond. Wanneer een hond deze ziekte heeft, of aanleg heeft voor de ziekte, is het niet verstandig om Agility te gaan doen, want dan kan de hond last krijgen van zijn heupen. Bovendien is een hond met een lange rug niet erg geschikt voor Agility (denk bijvoorbeeld aan een teckel). Deze beestjes komen moeilijk over de hoogtesprong heen, omdat ze een lang achterlijf hebben en kunnen daardoor blessures oplopen. Verder zijn er een paar eigenschappen handig om te bezitten, maar niet verplicht. Zo is het gemakkelijk wanneer een hond nieuwsgierig en leergierig is, want in de eerste fase, wanneer je de hond leert de toestellen correct te nemen, moet de hond veel leren. Verder zijn doorzettingsvermogen en durf van belang (zowel bij de hond als bij het baasje!).